al

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

al (bw) :
geheel, helemaal, ten volle
al (bw) :
alvast, bereids, reeds, vast
al (bw) :
wel
al (zn) :
heelal, hemelruim, kosmos, macrokosmos, ruimte, schepping, universum
al (vnw) :
alles
al (vw) :
alhoewel, hoewel, ofschoon

als synoniem van een ander trefwoord:

hoewel (vw) :
al, alhoewel, hoezeer ook, niettegenstaande, ofschoon, ondanks dat, ook al, schoon, terwijl
ofschoon (vw) :
al, alhoewel, hoewel, niettegenstaande, schoon
of (vw) :
al, hoewel, hoezeer, ofschoon
alhoewel (vw) :
al, hoewel, ofschoon, schoon
ruim (zn) :
al, heelal, hemelruim, hemelruimte, kosmos, macrokosmos, schepping, universum, wereldruim, wereldruimte
ruimte (zn) :
al, heelal, hemelruim, kosmos, macrokosmos, schepping, universum, wereldruim, wereldruimte
vast (bw) :
al, alvast, intussen, ondertussen, reeds, voorlopig
reeds (bw) :
al, alreeds, alvast, bereids, vast
alles (vnw) :
al, altegader, altezamen, omnia, tout

woordverbanden van ‘al’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

al, elk, ieder

Deze woorden worden gebruikt ter aanwijzing van de gezamenlijke eenheden, die eene hoeveelheid uitmaken. Beschouwt men die eenheden als collectief, als eene som, dan bezigt men alle. Alle leden der vergadering waren tegenwoordig. Wil men die eenheden daarentegen afzonderlijk, één voor één, aanduiden, dan gebruikt men elk of ieder. Het vreemde geval deed zich voor, dat schier elk {ieder) der aanwezigen van een ander gevoelen was.

al, wel

Beide woorden dienen ter bevestiging, en staan dus tegenover niet. Zij verschillen slechts in gebruik, en wel in zooverre, dat al vooral in Friesland en N.-Holland gebruikt wordt, terwijl wel het gewone woord is in de andere gewesten en in de algemeene spreektaal. De uitdrukkingen al of niet en al dan niet zijn echter overal gangbaar.

Adverbia, die eigenlijk aanduiden dat iets gereed is, m. a. w. dat het op een gegeven oogenblik al geschied is. Reeds is het gewone schrijftaal woord. Alreede is ouderwetsch; eigenlijk het is eene versterking van reede door al, dat ook op zich zelf, vooral in de spreektaal in dezen zin gebezigd wordt. Het geeft meestal aan, dat hetgeen men wachtende was, op het gegeven oogenblik verwezenlijkt is. Bereids is deftiger dan reeds.

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

al
juist, laatst, nauwelijks, net, onlangs, pas, zojuist, zoëven

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

zie ook:

bij andere sites:

in het Verwarwoordenboek van Jan Renkema:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0028 c