gebroken

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

gebroken (bn) :
diep bedroefd, gedesillusioneerd, terneergeslagen, verbitterd
gebroken (bn) :
aan diggelen, aan stukken, gescheurd, kapot, stuk
gebroken (bn) :
gebrekkig, hakkelend, stamelend
gebroken (bn) :
afgepeigerd, kapot, op
gebroken (bn) :
geknakt, verzwakt

als synoniem van een ander trefwoord:

zwak (bn) :
afgeleefd, broos, gammel, gebrekkig, gebroken, gevoelig, hulpbehoevend, krachteloos, kwetsbaar, lamlendig, machteloos, mat, slap, teer, versleten, wankel, week, wrak
kapot (bn) :
diep bedroefd, gebroken, kaduuk, kapoeres, naar de filistijnen, naar de knoppen, naar de maan, ontzet, stuk, van zijn stuk, verslagen
stuk (bn) :
aan gruzels, beschadigd, buiten werking, defect, gebroken, gescheurd, in stukken, kapot, onklaar
kapot (bn) :
beschadigd, gebroken, gescheurd

woordverbanden van ‘gebroken’ grafisch weergegeven

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

gebroken
heel, ongebroken

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0023 c