groen

als woordenboektrefwoord:

groen:
bn. een der hoofdkleuren ; onrijp.
groen:
m. (-en), nieuweling onder de studenten.
groen:
o. groene kleur; gras; groene verf.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

groen (zn) :
planten, natuur, parken, groenvoorziening
groen (zn) :
groente, bladgroente
groen (zn) :
loof, gebladerte
groen (zn) :
sinopel
groen (bn) :
vers, nieuw, onschuldig, hard, jong, onervaren, onrijp, ongeoefend
groen (bn) :
grasgroen, smaragden, olijfgroen
groen (bn) :
lommerrijk

als synoniem van een ander trefwoord:

nieuw (bn) :
vers, recent, groen, onbekend, ongebruikt, onervaren, fris, modern, hedendaags, kersvers, nieuwbakken, nieuwerwets, up-to-date, ongeoefend
onnozel (bn) :
kinderachtig, simpel, suf, groen, naïef, dom, schaapachtig, halfzacht, sullig, argeloos, imbeciel, lichtgelovig, schlemielig, bête, nes
onschuldig (bn) :
groen, naïef, onnozel, argeloos, gedachteloos, trouwhartig, innocent, onverdorven, ongekunsteld
ongeoefend (bn) :
nieuw, groen, onervaren, ongetraind, onbedreven
onervaren (bn) :
groen, naïef, onnozel, ongeoefend, onbedreven
vers (bn) :
nieuw, groen, onervaren, nieuwbakken
onnozel (bn) :
onschuldig, groen, naïef, onervaren
onervaren (bn) :
groen
schacht (zn) :
groen, nieuwkomer, eerstejaarsstudent, noviet
gebladerte (zn) :
groen, loof, lover, lommer

woordverbanden van ‘groen’ grafisch weergegeven

in Nederduitsche synonymen (1836), band 1, blz. 88:

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

groen
rijp

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0035 c