kortzichtig

als woordenboektrefwoord:

kortzichtig:
bn. (-er, -st), bijziende; zonder doorzicht.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

kortzichtig (bn) :
bekrompen, beperkt, dom, geborneerd, kleingeestig
kortzichtig (bn) :
bijziend, bijziende, myoop
kortzichtig (bn) :
onvoorzichtig

als synoniem van een ander trefwoord:

bekrompen (bn) :
beperkt, burgerlijk, conventioneel, dom, dorps, enggeestig, enghartig, geborneerd, huisbakken, kleinburgerlijk, kleingeestig, kleinsteeds, kortzichtig, krenterig, mesquin, provinciaals, stompzinnig, verstompt
dom (bn) :
bête, ezelachtig, geesteloos, hardleers, kortzichtig, onbenullig, onbezonnen, onnozel, onverstandig, onwetend, onzinnig, simpel, stom, stompzinnig, stupide, suf, uilig, verstandeloos
benepen (bn) :
armhartig, bekrompen, burgerlijk, huisbakken, ingevallen, kleinburgerlijk, kleingeestig, kleinzielig, kortzichtig, pietluttig
geborneerd (bn) :
bekrompen, benepen, beperkt, dom, enghartig, kleinburgerlijk, kleingeestig, kortzichtig
naïef (bn) :
kinderlijk, kortzichtig, onbevangen, onbezorgd, onervaren, onnozel, onschuldig
bijziend (bn) :
kippig, kortzichtig, myoop

woordverbanden van ‘kortzichtig’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0031 c