Vertaling van 'deal' uit het Engels naar het Nederlands

deal (zn):
A particular instance of buying or selling
handeltje, zaakje

deal (zn):
The cards held in a card game by a given player at any given time
speelhand, kaart

deal (zn):
(often followed by `of') a large number or amount or extent
een groot aantal, partij, bende, berg, boel, bom, bulk, bups, hoop, kluit, kwak, lading, massa, pak, schep, smak, stelletje, stoot, troep, veelheid, vracht, zooi, zwik

deal (zn):
Wood that is easy to saw (from conifers such as pine or fir)
naaldhout, zachthout

deal (ww):
Do business; offer for sale as for one's livelihood
scharrelen

deal (ww):
Sell
helen

deal (ww):
Distribute cards to the players in a game
behandelen, te maken hebben met

deal (ww):
Give out as one's portion or share
handelen

deal (ww):
Administer or bestow, as in small portions
verdelen, dealen, uitdelen

deal (ww):
Be in charge of, act on, or dispose of
managen, leiden, beheren, aankunnen, zorgen

deal (ww):
Succeed in doing, achieving, or producing (something) with the limited or inadequate means available
mee omgaan, genoegen nemen, rondkomen, toekomen, toekunnen, uitkomen

Via: Ensyns.nl

deal (zn):
overeenkomst(de) eine mündliche oder schriftliche Vereinbarung, die bindend und wirksam ist.
(pl) —.
, afsluiting(de) —., afspraak(de) eine mündliche oder schriftliche Vereinbarung, die bindend und wirksam ist., deel(de) ein Element, Stück oder Teilmenge eines Ganzen., delen(fi) jonkin jakaminen tai jakautuminen osiin., deling(fi) jonkin jakaminen tai jakautuminen osiin., onderdeel(de) ein Element, Stück oder Teilmenge eines Ganzen., scheiding(fi) jonkin jakaminen tai jakautuminen osiin., stuk(de) ein Element, Stück oder Teilmenge eines Ganzen., verdeling(fi) jonkin jakaminen tai jakautuminen osiin.

deal (ww):
handelen(en) —.
(de) von etwas erzählen, sich um etwas drehen.
(de) mit jemandem oder mit etwas Geschäfte machen.
, behandelen(en) —., dealen(en) —., delen(en) —., regelen(en) —., te maken hebben met(en) —., uitdelen(en) —., verdelen(en) —., betreffen(de) von etwas erzählen, sich um etwas drehen.
(de) mit jemandem oder mit etwas Geschäfte machen.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken