discover (ww):
Get to know or become aware of, usually accidentally
leren, horen, uitvinden, vernemen
discover (ww):
Make a discovery
ontdekken
discover (ww):
Make known to the public information that was previously known only to a few people or that was meant to be kept a secret
blootleggen, ontboezemen, onthullen, ontsluieren, openbaren, reveleren, uitgieten, uitstorten
discover (ww):
See for the first time; make a discovery
onthullen, blootleggen, tot de ontdekking komen, ontdekken
discover (ww):
Discover or determine the existence, presence, or fact of
opsporen, detecteren, ontdekken, vinden
discover (ww):
Find unexpectedly
aanlopen, aantreffen, opdiepen, opduikelen, opduiken, stoten, stuiten, tegenkomen, toevallen
Via: Ensyns.nl
discover (ww):
ontdekken(en) —.
(de) jemanden oder etwas erstmals finden, herausfinden.
(ca) Trobar per primer cop., blootleggen(en) —., onthullen(en) —.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com