line (zn):
The principal activity in your life that you do to earn money
baan, beroep, betrekking, dienstverband, functie, job, métier, positie, post, professie, stiel, vak, werk
line (zn):
A conductor for transmitting electrical or optical signals or electric power
elektriciteitsdraad, elektriciteitskabel, geleiding, geleidraad, kabel, stroomdraad
line (zn):
Something (as a cord or rope) that is long and thin and flexible
lijn
line (zn):
A pipe used to transport liquids or gases
pijpleiding, pijplijn
line (zn):
Mechanical system in a factory whereby an article is conveyed through sites at which successive operations are performed on it
lopende band, lijn, machinestraat, montageband, productielijn, productiestraat, produktielijn, produktiestraat, straat
line (zn):
A telephone connection
telefoonverbinding
line (zn):
A conceptual separation or distinction
contrast
line (zn):
A mark that is long relative to its width
evenaar, haal, schrab, schrap, streep
line (zn):
Text consisting of a row of words written across a page or computer screen
rechte, brief, streep, verbinding, gezichtspunt, meridiaan, aansluiting, lijn, regel
line (zn):
A succession of notes forming a distinctive sequence
lijn, kant, melodie, zangwijs
line (zn):
The descendants of one individual
bloedverwante, bloedverwant, familielid, verwant
line (zn):
A connected series of events or actions or developments
proces, verloop, rij
line (zn):
A formation of people or things one beside another
linie
line (zn):
A spatial location defined by a real or imaginary unidimensional extent
lijn
line (zn):
A fortified position (especially one marking the most forward position of troops)
grens, verbinding, lijn, rechte
line (zn):
Space for one line of print (one column wide and 1/14 inch deep) used to measure advertising
lijn
line (zn):
A length (straight or curved) without breadth or thickness; the trace of a moving point
touw
line (zn):
A slight depression or fold in the smoothness of a surface
rimpel, plooi, kreukel, vouw
line (ww):
Make a mark or lines on a surface
tekenen
Via: Ensyns.nl
line (zn):
lijn(en) —.
(en) —.
(en) —.
(en) —.
(en) —.
(en) —.
(en) —.
(en) —.
(en) —.
(en) —.
(en) —.
(en) —.
(en) —.
(en) —.
(en) —.
(en) —.
(fi) kalastustarvike.
(it) geometria.
(fi) viestiyhteys.
(fi) raja, viiva.
(fi) liikenneyhteys.
(fi) ympäristöstä optisesti erottuva juova.
(sv) skådespelares yttrande.
(pl) —.
(pl) —.
(zh) 做事的門徑., rij(en) —.
(de) Abfolge, Reihe von Individuen oder Gegenständen.
(fr) Rang, alignement, file d’attente.
(ja) —.
(ja) —.
(ru) группа людей.
(sv) led av väntande människor., regel(en) —.
(en) —.
(en) —.
(en) —.
(en) —.
(fi) ympäristöstä optisesti erottuva juova., rechte(en) —.
(en) —.
(en) —.
(fi) ympäristöstä optisesti erottuva juova., touw(en) —.
(fi) muun muassa kiinnittämiseen käytettävä useista kuiduista tai säikeistä palmikoitu tai kierretty paksu naru.
(pl) —., grens(en) —.
(fi) se, mihin jokin muu konkreettinen tai kuviteltu asia loppuu, ja mistä toinen alkaa., methode(en) —.
(zh) 做事的門徑., verbinding(en) —.
(en) —., visie(en) —.
(zh) 做事的門徑., aanbod(en) —., aansluiting(en) —., brief(en) —., contour(en) —., file(en) —., gamma(en) —., gezichtspunt(en) —., kant(en) —., kenmerk(en) —., lijnstuk(en) —., loopgraaf(en) —., maatschappij(en) —., meetlat(en) —., meridiaan(en) —., productlijn(en) —., richting(en) —., rimpel(en) —., stanza(en) —., streep(en) —., uitlijning(en) —., vers(en) —., linie(fi) liikenneyhteys.
(fi) viestiyhteys.
(fi) raja, viiva., lijntje(fr) ligne de drogue en poudre destinée à être inhalée.
(fr) (Par extension) Ligne., beroep(de) spezielle, erlernte Erwerbstätigkeit., blok(fi) ympäristöstä optisesti erottuva juova., koord(pl) —.
line (ww):
bekleden(en) —.
(en) —., tekenen(en) —.
(en) —., bedekken(en) —., dekken(en) —., laten(en) —., lijn(en) —., opstellen(en) —., opzeggen(en) —., uitlijnen(en) —., versterken(en) —., voeren(en) —., voorzien(en) —., vullen(en) —.
line (bn):
lineair(ru) относящийся к линии.
(pl) —.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com