element

als woordenboektrefwoord:

element:
o. (-en), beginsel; toestel tot opwekking van chemische elektr.; hij is in zijn element, hij is in zijn schik.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

element (zn) :
bouwsteen, kracht, ingrediënt, aspect, deel, factor, onderdeel, component
element (zn) :
segment, bouwdeel, constituent
element (zn) :
grondslag, grondbeginsel
element (zn) :
grondstof, bestanddeel
element (zn) :
verwarmingselement
element (zn) :
persoon

als synoniem van een ander trefwoord:

onderdeel (zn) :
bouwsteen, stuk, detail, portie, ingrediënt, stap, eenheid, aandeel, aspect, element, fractie, factor, stukje, fragment, component, segment, part, bestanddeel, onderafdeling
deel (zn) :
stuk, portie, ingrediënt, gedeelte, pak, pakket, aandeel, hap, element, onderdeel, stukje, segment, part, flard, geleding, metameer, pars
component (zn) :
ingrediënt, element, grondstof, factor, onderdeel, bestanddeel, constituent
segment (zn) :
stuk, gedeelte, deel, element, onderdeel, stukje, fragment, part, geleding
factor (zn) :
ingrediënt, element, onderdeel, component, bestanddeel, constituent
grondbeginsel (zn) :
basis, uitgangspunt, element, principe, stelregel, grondregel
persoon (zn) :
type, figuur, personage, element, iemand, heerschap
grondstof (zn) :
materiaal, element, stof, substantie, materie
bestanddeel (zn) :
ingrediënt, element, grondstof, component

woordverbanden van ‘element’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

element
compleet, geheel, heel, totaal, volledig, voluit

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0031 c