gluiperig

als woordenboektrefwoord:

gluiperig:
bn. (-er. -st), als een gluiper.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

gluiperig (bn) :
gemeen, geniepig, oneerlijk, vals, achterbaks, stiekem, huichelachtig, dubbelhartig, gluipend, genieperig, gluips

als synoniem van een ander trefwoord:

vals (bn) :
gemeen, onbetrouwbaar, smerig, geniepig, oneerlijk, kwaadaardig, gluiperig, sluw, leugenachtig, boosaardig, bedrieglijk, listig, huichelachtig, verraderlijk, geveinsd, slinks, trouweloos, punisch, dubbeltongig, gelogen, genieperig, voorgewend, perfide, arglistig
stiekem (bn) :
geheimzinnig, geniepig, achterbaks, onderhands, gluiperig, schijnheilig, heimelijk, huichelachtig, slinks, genieperig, arglistig, onderduims
geniepig (bn) :
gemeen, vals, achterbaks, gluiperig, stiekem, heimelijk, genieperig, onderduims
huichelachtig (bn) :
hypocriet, vals, gluiperig, schijnheilig, onoprecht, dubbelhartig, geveinsd

woordverbanden van ‘gluiperig’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0018 c