rel

als woordenboektrefwoord:

rel:
m. gerucht.
rel:
v. (-len), babbelaarster; straatmeid.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

rel (zn) :
opstootje, kabaal, ruzie, herrie, opschudding, bonje, oproer

als synoniem van een ander trefwoord:

opschudding (zn) :
opwinding, ophef, rel, verwarring, gerucht, kabaal, gedoe, ruzie, sensatie, drukte, alarm, beweging, herrie, omwenteling, wanorde, commotie, geraas, rumoer, schrik, beroering, spektakel, heisa, ontwrichting, deining, keet, consternatie, oploop, tumult, ontsteltenis, bedoening, reuring, alteratie
ruzie (zn) :
woorden, rel, kabaal, onvrede, gekibbel, verdeeldheid, dispuut, kwestie, onmin, vete, gekijf, disharmonie, gekrakeel, stampei, kift, woordenstrijd, onaangenaamheid, kif
herrie (zn) :
rel, ruzie, drukte, commotie, opschudding, bonje, trammelant, heibel, keet, oploop, stampij, stampei, begankenis, krach
oproer (zn) :
rel, verzet, opstand, revolutie, beroering, muiterij, onlust, rebellie, revolte, insurrectie
opstand (zn) :
rel, verzet, muiterij, oproer, rebellie, revolte

woordverbanden van ‘rel’ grafisch weergegeven

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0026 c