tweespalt

als woordenboektrefwoord:

tweespalt:
v. twist, tweedracht.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

tweespalt (zn) :
onenigheid, partijschap, tweedracht, twist, verdeeldheid, verscheurdheid

als synoniem van een ander trefwoord:

onenigheid (zn) :
betwisting, bonje, botsing, controverse, different, disharmonie, geschil, heibel, kif, kift, meningsverschil, misverstand, mot, onaangenaamheid, ongenoegen, onmin, onvrede, ruptuur, ruzie, stront, strubbeling, strubbelingen, trammelant, tweedracht, tweespalt, twist, verdeeldheid, verscheurdheid, woorden, wrijving
bonje (zn) :
aanvaring, botsing, conflict, disharmonie, dispuut, geschil, heibel, herrie, kif, kift, meningsverschil, mot, onaangenaamheid, onenigheid, onmin, onvrede, ruzie, stront, trammelant, tweespalt, twist, wrijving
conflict (zn) :
aanvaring, bonje, botsing, collisie, conflictsituatie, confrontatie, geschil, gevecht, kamp, meningsverschil, onenigheid, slag, strijd, treffen, tweespalt, twist, veldslag, worsteling, wrijving
scheiding (zn) :
breuk, kloof, onenigheid, tweedracht, tweespalt, verdeeldheid
twist (zn) :
disharmonie, onenigheid, tweedracht, tweespalt, verdeeldheid

woordverbanden van ‘tweespalt’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in Nederduitsche synonymen (1836), band 1, blz. 432:

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 198:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0025 c