verteren

als woordenboektrefwoord:

verteren:
(verteerd), verbruiken ; vernielen ; de spijzen verteren, worden ontbonden in de maag enz.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

verteren (ww) :
opmaken, verbruiken, verslijten, uitgeven, verkwisten, opsouperen, kleinmaken
verteren (ww) :
verbranden, opbranden
verteren (ww) :
verwerken, verduwen
verteren (ww) :
vergaan, wegteren
verteren (ww) :
opschrokken

als synoniem van een ander trefwoord:

verbruiken (ww) :
verwerken, opmaken, verslijten, gebruiken, uitputten, consumeren, uitgeven, verteren, verorberen, opgebruiken, opverteren, opkrijgen
verkwisten (ww) :
opmaken, verspillen, verbruiken, verslinden, verbrassen, verteren, opsouperen, verzwendelen, erdoor jagen, doorlappen
opmaken (ww) :
verspillen, verbruiken, opeten, verbrassen, verteren, verkwisten, verdoen, opgebruiken, erdoor jagen
uitgeven (ww) :
verbruiken, betalen, besteden, kwijtraken, verteren, spenderen, erdoor jagen
slijten (ww) :
aftakelen, verslijten, vergaan, verteren, opraken, afslijten, afschavelen
verwerken (ww) :
opnemen, meenemen, gebruiken, invoeren, verteren, implementeren
vergaan (ww) :
bederven, sterven, verrotten, verweren, verteren, vermolmen
slopen (ww) :
uitputten, breken, verteren, aantasten, ondermijnen
opdoen (ww) :
opmaken, verteren, verkwisten
opeten (ww) :
opmaken, verteren, verkwisten
pruimen (ww) :
uitstaan, lusten, verteren
verslijten (ww) :
verbruiken, verteren
kleinmaken (ww) :
uitgeven, verteren
opteren (ww) :
opmaken, verteren

woordverbanden van ‘verteren’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Zijn goed, zijn vermogen verbruiken, opmaken. Verteren zegt niets meer dan dit. Doorbrengen, verdoen, verspillen, verkwisten voegen daar het denkbeeld aan toe, dat het opmaken geschiedt op eene roekelooze, lichtzinnige wijze.

Ik wou dat overal de jonge vrouwen wisten,
Hoeveel ook in het klein een vrouwe kan verkwisten.

Zich verdoen wordt in gemeenzame taal gebruikt voor zich van 't leven berooven.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 94:

in Nederduitsche synonymen (1836), band 1, blz. 407:

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
woordcombinaties:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0025 c