wrang

als woordenboektrefwoord:

wrang:
bn. (-er, -st), scherpzuur ; onaangenaam.
wrang:
v. (-en), gebogen houtwerk; buikstukken.
wrang:
v. etterdracht, een veeziekte.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

wrang (bn) :
naar, onaangenaam, pijnlijk, stekelig
wrang (bn) :
bijtend, bitter, zerp, zuur
wrang (zn) :
buikstuk

als synoniem van een ander trefwoord:

scherp (bn) :
bars, beledigend, bijtend, bits, bitter, getand, hekelig, hoekig, kantig, kwetsend, onvriendelijk, puntig, sarcastisch, snel, snerpend, snijdend, stekelig, venijnig, vinnig, vlijmend, wrang
bijtend (bn) :
bits, fel, giftig, grievend, hatelijk, sarcastisch, scherp, stekelig, venijnig, vinnig, wrang
bitter (bn) :
ironisch, pijnlijk, sardonisch, smartelijk, verbitterd, wrang, zerp, zuur, zwaar
morbide (bn) :
luguber, misselijkmakend, sick, wrang, ziekelijk, zwart, zwartgallig
sarcastisch (bn) :
bijtend, cynisch, hatelijk, honend, schamper, scherp, spottend, wrang
pijnlijk (bn) :
gevoelig, lastig, netelig, onaangenaam, penibel, precair, wrang
cynisch (bn) :
bijtend, bitter, sarcastisch, spottend, wrang
zuur (bn) :
rins, wrang, zerp, zurig

woordverbanden van ‘wrang’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

wrang:
zuur
zuur:
wrang, rins, amper

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

bitter, wrang, zuur

Zuur en bitter zijn het tegenovergestelde van zoet; zuur is datgene wat onaangenaam is op de tong, bitter datgene wat bijtend is; wrang, wat scherp zuur is en den mond samentrekt. Figuurlijk drukt zuur de moeite of kwelling uit, waarmee iets gepaard gaat, wrang en bitter de onaangename gevolgen, die iets na zich sleept. Dat is een zuur stuk brood. Ik heb dat zuur genoeg verdiend. Door ten zuren appel bijten. 's Levens zoet en zuur. Gij zult u dat bitter beklagen. Nu smaakt hij de wrange vruchten van zijn wangedrag.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 370:

bitter, wrang, zuur

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 361:

wrang, zuur

in Nederduitsche synonymen (1836), band 2, blz. 362:

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0041 c