ziekelijk

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

ziekelijk (bn) :
ongezond, zwak, gebrekkig, sukkelig, kwijnend, kwakkelig, zwakkelijk, sukkelend, kramakkel
ziekelijk (bn) :
abnormaal, onnatuurlijk, pathologisch, pervers
ziekelijk (bn) :
ziek, morbide

als synoniem van een ander trefwoord:

gebrekkig (bn) :
lam, wrak, mismaakt, hulpbehoevend, ziekelijk, kreupel, zwak, gehandicapt, verminkt, invalide, misvormd, malheureus
pervers (bn) :
verkeerd, ziekelijk, onnatuurlijk, boosaardig, decadent, ontaard, verdorven, morbide, tegennatuurlijk
zwak (bn) :
matig, week, mat, flauw, ziekelijk, machteloos, krachteloos, teer, slap, lamlendig, broos, fleps
morbide (bn) :
zwart, ziekelijk, wrang, luguber, zwartgallig, sick, misselijkmakend
pathologisch (bn) :
abnormaal, ziekelijk, pathisch
ongezond (bn) :
ziekelijk

woordverbanden van ‘ziekelijk’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 328:

krank, ziek, onpasselijk, ziekelijk

woorden met een verwante vorm:

bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig naamwoord
werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0035 c