brullen

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

brullen (ww) :

huilen, schreeuwen, tekeergaan, bieren, blèren

brullen (ww) :

schreeuwen, loeien, bulderen, briesen

als synoniem van een ander trefwoord:

schreeuwen (ww) :

gillen, huilen, brullen, roepen, balken, janken, loeien, krijten, krijsen, snateren, schreien, bulken, blèren, schetteren, kijven, een grote bek opzetten

huilen (ww) :

tranen, brullen, snikken, snotteren, janken, loeien, krijten, wenen, kermen, jengelen, schreien, blèren, grienen, drenzen

lachen (ww) :

gieren, brullen, glimlachen, proesten, giechelen, grinniken, schateren, ginnegappen, bulken, schaterlachen

bulderen (ww) :

rommelen, gieren, brullen, stormen, donderen, dreunen, fluiten, razen, tekeergaan, tieren, daveren

gillen (ww) :

schreeuwen, brullen, roepen, uitschreeuwen, krijsen

krijsen (ww) :

gillen, schreeuwen, brullen, janken, krijten, blèren

roepen (ww) :

gillen, schreeuwen, brullen, juichen, joelen, tieren

briesen (ww) :

snuiven, brullen, loeien, razen, tekeergaan, zieden

balken (ww) :

schreeuwen, brullen, blèren, schetteren

loeien (ww) :

zingen, huilen, gieren, brullen, bulken

bulken (ww) :

schreeuwen, brullen

rommelen (ww) :

brullen, dreunen

galmen (ww) :

zingen, brullen

dreunen (ww) :

brullen

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

woorden met een verwante vorm:

bij andere sites: