uitpakken

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

uitpakken (ww) :
pronken, uitstallen
uitpakken (ww) :
eindigen, aflopen
uitpakken (ww) :
leegmaken
uitpakken (ww) :
uitvaren

als synoniem van een ander trefwoord:

openen (ww) :
aftrekken, uitpakken, ontkurken, opentrekken, ontsluiten, opendraaien, openmaken, openzetten, loshaken, opendoen, openvouwen, ontzegelen
uitstallen (ww) :
uitpakken, uitzetten, tentoonstellen, te kijk zetten, vertonen, etaleren, tentoonspreiden
blijken (ww) :
uitvallen, uitdraaien, uitpakken, vallen, uitmonden, leiden, resulteren, uitlopen
aflopen (ww) :
uitpakken, eindigen
uitvallen (ww) :
uitpakken

woordverbanden van ‘uitpakken’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

uitpakken
inpakken, pakken, verpakken

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.004 c