tak

als woordenboektrefwoord:

tak:
m. (-ken), boomarm ; tak van dienst, afdeling.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

tak (zn) :
arm, afsplitsing, aftakking, zijspoor, vertakking, geleding
tak (zn) :
sectie, afdeling, poot, branche, divisie
tak (zn) :
spruit, teen, scheut, twijg, loot, rijs
tak (zn) :
zijlijn, linie, zijlinie
tak (zn) :
gebied, onderdeel
tak (zn) :
uitloper
tak (zn) :
sprank

als synoniem van een ander trefwoord:

discipline (zn) :
gebied, terrein, domein, vakgebied, tak, onderwerp, specialisme, vlak, onderdeel, vak, veld, vakrichting, studierichting
onderdeel (zn) :
sectie, punt, afdeling, gedeelte, tak, deel, lid, divisie, vertakking, constituent
stok (zn) :
knuppel, roest, staf, kruk, tak, wandelstok, paal, eind hout, staak, steel, stick
arm (zn) :
tak, afsplitsing, zijtak, aftakking, vleugel, vertakking, vlerk
lot (zn) :
schoot, tak, uitloper, scheut, telg, loot, uitspruitsel
branche (zn) :
wezen, afdeling, tak, vak, sector, bedrijfstak
sector (zn) :
wezen, tak, branche, bedrijfstak, -wezen
afdeling (zn) :
sectie, tak, discipline, branche, veld
vertakking (zn) :
tak, zijtak, onderdeel, aftakking

woordverbanden van ‘tak’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0036 c