bodem

als woordenboektrefwoord:

bodem:
m. (-s), grond; grondvlak; schip. bodempje, o. (-s).

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

bodem (zn) :
grondgebied, terrein
bodem (zn) :
grond, vloer, aarde
bodem (zn) :
bedding
bodem (zn) :
minimum
bodem (zn) :
schip

als synoniem van een ander trefwoord:

zwaartepunt (zn) :
grond, bodem, speerpunt, hart, wezen, kern, accent, hoofdzaak, kernpunt, substantie, focus, grondvlak, essentie, hoofdpunt, essentialia, hypostase, kwintessens
essentie (zn) :
zwaartepunt, hart, wezen, grond, bodem, kern, hoofdzaak, kernpunt, substantie, hoofdpunt, spil, wezenlijkheid, wezenlijke, kwintessens
bezinksel (zn) :
bodem, bodempje, prut, neerslag, aanslag, afzetting, bezinking, drab, sediment, zinksel, precipitaat, zaksel
hart (zn) :
wezen, zwaartepunt, grond, bodem, hoofdzaak, kernpunt, substantie, essentie, hoofdpunt, spil, kwintessens
terrein (zn) :
grond, gebied, bodem, grondgebied, akker, domein, onderwerp, vlak, veld, zone, erf, kavel, lap grond, revier
voet (zn) :
grond, bodem, basis, aarde, onderschraging
ondergrond (zn) :
bodem, grond, aarde, oppervlak
grond (zn) :
bodem, vloer, ondergrond
aarde (zn) :
bodem, aardbodem
grondgebied (zn) :
bodem

woordverbanden van ‘bodem’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

bedding, bodem, grond

Bodem heet het grondvlak van een vat, mand, kist of eenig voorwerp, dat tot berging dient. Bij uitbreiding ook fig. van de zee, een afgrond enz. gebezigd. Zijn glas tot op den bodem leegdrinken. Hij kan den bodem van zijn geldkist zien. Grond noemt men het grondvlak met betrekking tot hetgeen er zich boven bevindt, of er door gedragen wordt. Grond is dus de oppervlakte der aarde, als de draagster van alles wat er uit voorkomt of er op rust. Men plant een boom in den grond. Men zit op den grond. Bedding, dat wel met bodem maar niet met grond synoniem is, noemt men den bodem der rivieren en den vloer der sluizen, alsmede de plankenzoldering, waarop het geschut rust.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 383:

bodem, grond

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

in het Verwarwoordenboek van Jan Renkema:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.003 c