rijkelijk

als woordenboektrefwoord:

rijkelijk:
bn. bw. (-er, -st), overvloedig.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

rijkelijk (bn) :
abondant, copieus, exuberant, flink, in overvloed, kwistig, overvloedig, rijk, royaal, ruim, ruimschoots, te over, vet, welig
rijkelijk (bn) :
kostbaar, prachtig
rijkelijk (bw) :
al te, te veel

als synoniem van een ander trefwoord:

overvloedig (bn) :
abondant, ampel, bij de vleet, copieus, exuberant, gul, in overvloed, luxueus, mild, onbekrompen, overdadig, plenty, rijk, rijkelijk, royaal, ruim, ruimschoots, treffelijk, uitvoerig, veel, volop, weelderig
uitbundig (bn) :
bovenmatig, buitengewoon, dionysisch, exuberant, hevig, ongeremd, onstuimig, overmatig, overvloedig, rijkelijk, tomeloos, uitzinnig, weelderig
mild (bn) :
genereus, goedgeefs, gul, kwistig, liberaal, milddadig, overvloedig, rijkelijk, royaal, ruim, vrijgevig
royaal (bn) :
genereus, gul, koninklijk, kwistig, mild, onbekrompen, overvloedig, rijkelijk, vorstelijk, vrijgevig
rijk (bn) :
overdadig, overvloedig, overvloeiend, rijkelijk, ruim, ruim bedeeld, veelzijdig, vet, weelderig
kwistig (bn) :
goedgeefs, gul, onbekrompen, overdadig, rijkelijk, royaal, vrijgevig
ruim (bn) :
gul, mild, onbekrompen, overvloedig, rijkelijk, royaal
copieus (bn) :
overvloedig, rijkelijk, royaal, welvoorzien
pronkerig (bn) :
exuberant, rijkelijk, uitbundig, weelderig
vet (bn) :
rijk, rijkelijk
ruim (bw) :
aanzienlijk, ampel, overvloedig, rijk, rijkelijk
flink (bw) :
aardig, kwistig, lustig, rijkelijk, royaal
abundant (bw) :
overvloedig, rijkelijk

woordverbanden van ‘rijkelijk’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 133:

rijkelijk, volop

woorden met een verwante vorm:

bijvoeglijk naamwoord / zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0029 c