zegen

als woordenboektrefwoord:

zegen:
m. heil, zegening.
zegen:
v. (-s), groot visnet.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

zegen (zn) :
geluk, vreugde, voorspoed, weldaad, heil, benedictie
zegen (zn) :
aanmoediging, steun, bijstand, goedkeuring
zegen (zn) :
zegening, zegenwens
zegen (zn) :
sleepnet, treknet
zegen (zn) :
heilwens

als synoniem van een ander trefwoord:

goedkeuring (zn) :
toestemming, erkenning, instemming, toelating, tevredenheid, akkoord, zegen, voldoening, overeenstemming, aanvaarding, goedvinden, fiat, agreatie
voorspoed (zn) :
geluk, bloei, fortuin, welvaart, succes, welzijn, zegen, heil, welbevinden, zegening, welvaren, welstand, welvarendheid, prosperiteit, meeval
sleepnet (zn) :
kuil, zegen, treknet, kornet, treilnet, trawl, dregnet, schrobnet, kor, trawlnet, boomkor, treil
heil (zn) :
geluk, voorspoed, welvaart, wel, welzijn, zegen, welstand
steun (zn) :
sympathie, zegen, goedkeuring
zegening (zn) :
zegen, benedictie

woordverbanden van ‘zegen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 373:

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

zegen
plaag

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0025 c