bruusk

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

bruusk (bn) :
kortaf, nors, onverhoeds, bars, onzacht

als synoniem van een ander trefwoord:

nors (bn) :
knorrig, streng, boos, zuur, onvriendelijk, kortaf, ruw, stug, bits, stuurs, bokkig, chagrijnig, wrevelig, bruusk, korzelig, bars, snibbig, misnoegd, gemelijk
vrijpostig (bn) :
onbeschaamd, stout, brutaal, onbeschoft, handtastelijk, vrijmoedig, onbescheiden, ongegeneerd, frank, bruusk, impertinent, driest, boud, astrant, vrank
kortaf (bn) :
geprikkeld, geërgerd, kort, onvriendelijk, stug, bits, vinnig, bruusk, korzelig, bars
bars (bn) :
grimmig, streng, onvriendelijk, ruw, nors, stuurs, onguur, bruusk, iezegrimmig
ruw (bn) :
hard, barbaars, wreed, gewelddadig, bruusk
plotseling (bw) :
opeens, onaangekondigd, plots, ineens, onverwacht, klakkeloos, abrupt, pardoes, onverwachts, plotsklaps, acuut, onverhoeds, rats, subiet, bruusk, schielijk, eensklaps
onverhoeds (bw) :
onverwacht, plotseling, onvoorzien, onverwachts, bruusk, schielijk, onvoorziens

woordverbanden van ‘bruusk’ grafisch weergegeven

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

bruusk
aardig, attent, hoffelijk, mild, vriendelijk

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0017 c