afweren

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

afweren (ww) :
verdrijven, afstoten, afslaan, afwenden, afwijzen, tegenhouden, bezweren, wegslaan, pareren
afweren (ww) :
afwenden

als synoniem van een ander trefwoord:

afwijzen (ww) :
afslaan, weigeren, verwerpen, afkeuren, schrappen, afdanken, wegjagen, wegsturen, afweren, terugsturen, afstemmen, buizen, afschepen, wegwuiven, afwimpelen, afpoeieren, versmaden, refuteren, terugwijzen
voorkomen (ww) :
keren, afwenden, vermijden, afweren, tegenhouden, verhinderen, ondervangen, beletten, couperen, letten, verhoeden, preveniëren, verletten
afwenden (ww) :
afslaan, voorkomen, keren, afweren, tegenhouden, verhinderen, bezweren, afhouden, afwimpelen, verijdelen, pareren, verhoeden
tegenhouden (ww) :
staande houden, stuiten, stoppen, keren, afwenden, afweren, weerhouden, weren, indammen
afslaan (ww) :
weigeren, verwerpen, afwenden, afwijzen, afweren, ontzeggen
pareren (ww) :
afslaan, keren, afwenden, afweren
afstoten (ww) :
afschrikken, afweren
afketsen (ww) :
verwerpen, afweren
afkeren (ww) :
afweren

woordverbanden van ‘afweren’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

afslaan, afweren

Een vijand of een vijandelijken aanval door vechten tegengaan, zoodat de vijand genoodzaakt wordt zijn aanval te staken. Bij afweren bepaalt men zich tot zelfverdediging; afslaan is, door zich vechtend te weer te stellen, den aanvaller met geweld van wapenen noodzaken den aanval te staken.

Uw stadt en staet verduurt der Monarchyen troonen,
Slaat Mahomets geweld met ysre klaeuwen af.
(Vondel).

Men recht, men stormt op 't oude slot,
En wordt van trans en wallen Met slappe handen afgeweerd.    
(Bild.).

in Keur van Nederlandsche Synoniemen (1922):

afslaan, afweren

Een aanval tegengaan.

Afweren geschiedt geheel uit zelfverdediging, men houdt daarbij den vijand van zich af en dekt zich tegen zijn aanvallen.

Bij afslaan denkt men meer aan een krachtdadig optreden: men valt den vijand aan en tracht hem op de vlucht te drijven. — Figuurlijk gebruikt komt alleen afweren voor, bijv. het gevaar van iemand afweren; iemands liefkoozingen afweren.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 130:

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.002 c