gunst
als woordenboektrefwoord:
- gunst:
- v. (-en), toegenegenheid; bescherming.
als trefwoord met bijbehorende synoniemen:
- gunst (zn):
- faveur, genade, genegenheid, gunstbewijs, hoffelijkheid, instemming, sympathie, vriendelijkheid
- gunst (zn):
- voorrecht
- gunst (zn):
- voordeel
als synoniem van een ander trefwoord:
- vriendelijkheid (zn) :
- aardigheid, attentie, beminnelijkheid, gedienstigheid, goedgunstigheid, goedheid, gunst, hartelijkheid, minzaamheid, toeschietelijkheid, voorkomendheid, welwillendheid
- genade (zn) :
- barmhartigheid, begenadiging, goedertierenheid, gunst
- zegening (zn) :
- gave, gift, gunst, voorspoed, weldaad
- gratie (zn) :
- goedgunstigheid, gunst
- privilege (zn) :
- gunst, voorrecht
- aalmoes (zn) :
- gunst
woordverbanden van ‘gunst’ grafisch weergegeven
in Charivarius' Een Ander Woord (1945):
in overige bronnen*:
- in hedendaagse spelling:
- goedertierenheid, genade, gunst, toegenegenheid, liefde, min
GOEDERTIERENHEID, GENADE, GUNST, TOEGENEGENHEID, LIEFDE, MIN
bron: Gerbrand Bruining - Nederduitsche synonymen (1836), band 2, bladzijde 48.
* De spelling in deze bron kan afwijken van de tegenwoordig geldende.
bij andere sites: