weglopen

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

weglopen (ww) :
ervandoor gaan, weggaan, wegrennen
weglopen (ww) :
deserteren, ontsnappen, vluchten
weglopen (ww) :
lekken, wegvloeien
weglopen (ww) :
uitlopen

als synoniem van een ander trefwoord:

vertrekken (ww) :
'm smeren, afnokken, afreizen, aftaaien, de plaat poetsen, gaan, inrukken, op weg gaan, opflikkeren, ophoepelen, opkramen, opkrassen, oplazeren, oprotten, opstappen, scheiden, uitwijken, verdwijnen, weggaan, weglopen, wegtrekken, wegwezen, wijken
weggaan (ww) :
afdruipen, afreizen, afstrijken, aftaaien, aftrekken, ertussenuit knijpen, ervandoor gaan, heengaan, inrukken, 'm smeren, moven, opbreken, opkramen, opkrassen, opstappen, verdwijnen, vertrekken, weglopen, zich verwijderen
vluchten (ww) :
aan de haal gaan, de benen nemen, de wijk nemen, ervandoor gaan, het hazenpad kiezen, op de vlucht slaan, uitwijken, vlieden, weglopen, wegrennen, wegvluchten
verdwijnen (ww) :
afreizen, aftaaien, eclipseren, ervandoor gaan, nokken, ontsnappen, oprotten, vertrekken, weggaan, wegkomen, weglopen, wegsluipen, wegwezen
druipen (ww) :
biggelen, druppelen, lekken, likken, sijpelen, smelten, stromen, vloeien, weglopen, wegvloeien
uitlopen (ww) :
eindigen, uitdraaien, uitkomen, uitmonden, weglopen
afvloeien (ww) :
aflopen, afstromen, weglopen, wegstromen
onttrekken (ww) :
verzaken, weglopen, zich drukken
smeren (ww) :
'm smeren, verdwijnen, weglopen
drossen (ww) :
deserteren, weglopen
deserteren (ww) :
drossen, weglopen
aflopen (ww) :
weglopen

woordverbanden van ‘weglopen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in Nederduitsche synonymen (1836), band 2, blz. 20:

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0033 c