smaak

als woordenboektrefwoord:

smaak:
m. (smaken), smaakzintuig; lust; mode.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

smaak (zn) :
stijl, schoonheidszin, kunstzin
smaak (zn) :
bijsmaak, nasmaak, smaakje
smaak (zn) :
smaakzin, smaakvermogen
smaak (zn) :
voorkeur, neiging, meug
smaak (zn) :
genot, eetlust, meug
smaak (zn) :
trek, zin, lust
smaak (zn) :
mode

als synoniem van een ander trefwoord:

zin (zn) :
smaak, wens, trek, voorliefde, wil, lust, neiging, genoegen, liefhebberij, puf, begeerte, animo, gezindheid, gading, meug, goesting
stijl (zn) :
aanpak, smaak, houding, opstelling, manier, manier van doen, wijs, wijze, modus, attitude, habitus
voorkeur (zn) :
smaak, voorliefde, zwak, neiging, preferentie
mode (zn) :
smaak, look, vogue, fashion
honger (zn) :
smaak, trek, eetlust
proef (zn) :
smaak, tong
lust (zn) :
smaak

woordverbanden van ‘smaak’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
werkwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0017 c