schaars

als woordenboektrefwoord:

schaars:
bw. ternauwernood ; zelden.
schaars:
bn. (-er, meest -), weinig; karig.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

schaars (bn) :
beperkt, zeldzaam, raar, dun gezaaid
schaars (bn) :
schraal, krap, karig
schaars (bw) :
zelden, spaarzaam, sporadisch

als synoniem van een ander trefwoord:

schraal (bn) :
schaars, armoedig, arm, krap, zwak, mager, armzalig, miezerig, gering, sober, ontoereikend, behoeftig, karig, iel, onaanzienlijk, schamel, schriel, pover, armelijk
dun (bn) :
schaars, klein, slank, schraal, subtiel, fijn, mager, smal, flinterdun, ijl, iel, rank
sporadisch (bn) :
schaars, zelden, zeldzaam, weinig, af en toe, incidenteel
weinig (bn) :
schaars, minst, spaarzaam, gering, karig, luttel, poco
zeldzaam (bn) :
schaars, weinig voorkomend, sporadisch, infrequent
gering (bn) :
schaars, matig, licht, schraal, zwak, dunnetjes
krap (bn) :
schaars, schraal, weinig, karig
raar (bn) :
schaars, zelden, zeldzaam
summier (bn) :
schaars, klein, gering
spaarzaam (bw) :
schaars, zelden, weinig

woordverbanden van ‘schaars’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

zeldzaam, schaars

Wat niet veel wordt aangetroffen, wat niet in grooten getale aanwezig is. Zeldzaam (eigenlijk zelden gezien) heeft bovendien de beteekenis van bijzonder, door eigenaardigheden van andere soortgelijke zaken afwijkend. Wanneer men iets schaarsch noemt, dan duidt men aan, dat men meer verwacht had, of dat zich iets op andere tijden in grooter getal voordoet. De ooievaars beginnen in Nederland zeldzaam te worden. De visch wordt in onze rivieren schaarsch.

De feestvlag woei ten toren uit,
De zware slotklok werd geluid
En 't zeldzaam huwlijk was gesloten.

in Keur van Nederlandsche Synoniemen (1922):

schaars, zeldzaam, zelden

Weinig voorkomende.

Zeldzaam duidt aan, dat iets slechts bij uitzondering gezien wordt, doordat er zeer weinig van die voorwerpen bestaan. Voor dezen zeldzamen postzegel heb ik drie gulden betaald.

Schaarsch wil zeggen, dat van iets op een gegeven tijdstip minder voorraad is, dan men verwacht had, zoodat er een tijdelijke behoefte aan bestaat. Daar de aardappelen dit jaar schaarsch zijn, besteedt men hooge prijzen.

Zeldzaam en schaarsch zijn bijvoeglijke naamwoorden, zelden is een bijwoord van tijd en beteekent bijna nooit. Hoe komt het toch, dat wij je tegenwoordig zoo zelden bij ons zien?

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 149:

schaars, zeldzaam

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

schaars
luxueus, overvloedig, rijk, weelderig

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0041 c