schijn

als woordenboektrefwoord:

schijn:
m. (-en), lichtglans; vorm; voorwendsel.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

schijn (zn) :
buitenkant, dekmantel, façade, gelijkenis, mom, uiterlijk, voorkomen
schijn (zn) :
glans, licht, lichtuitstraling, schaduw, schijnsel, waas
schijn (zn) :
glimp, schijntje, spoor, waas, zweem
schijn (zn) :
schijnvertoning, vals
schijn (zn) :
waarschijnlijkheid
schijn (zn) :
indruk, vertoon

als synoniem van een ander trefwoord:

uiterlijk (zn) :
aanblik, aangezicht, aanzicht, aanzien, aspect, buitenkant, buitenzijde, exterieur, fysionomie, gedaante, gestalte, gezicht, habitus, schijn, schors, uitzicht, voorkomen, vorm
voorkomen (zn) :
aanblik, aanzicht, aanzien, fysionomie, gestalte, gezicht, habitus, look, optreden, opzicht, presentie, schijn, tegenwoordigheid, uiterlijk, uitzicht, vorm
nep (zn) :
bedrog, fake, façade, imitatie, misleiding, namaak, namaaksel, schijn, show, vals, vervalsing, wassen neus
zweem (zn) :
glimp, greintje, ondertoon, schijn, schijntje, snipper, spoor, tikje, vleugje, zweemsel
glans (zn) :
blink, flikkering, fonkeling, glinstering, gloed, schijn, schijnsel, schittering
spoor (zn) :
glimp, overblijfsel, relict, schijn, vlek, zweem
masker (zn) :
dekmantel, mom, schijn, voorkomen, voorwendsel
air (zn) :
houding, pose, schijn, uiterlijk, voorkomen
suggestie (zn) :
idee, illusie, indruk, schijn
dekmantel (zn) :
masker, schijn, voorwendsel
vorm (zn) :
schijn, uiterlijkheid
schaduw (zn) :
geest, schijn, schim
façade (zn) :
schijn, stroman
show (zn) :
schijn

woordverbanden van ‘schijn’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

glimp, schijn

Schijn is het uiterlijk van iets en kan, wanneer het niet met het innerlijk overeenstemt, tot een onjuist oordeel aanleiding geven. Glimp is een valsche, bedriegelijke schijn, dien men opzettelijk doet ontstaan. Den schijn voor het wezen aanzien. Onder schijn van vriendschap. Hij weet aan zijne gemeene praktijken altijd een schoonen glimp te geven.

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord
werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0038 c