intens

als woordenboektrefwoord:

intens:
bn. bijzonder sterk; in hoge mate.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

intens (bn) :
hevig, sterk, scherp, groot, levendig, vurig, diep gevoeld
intens (bn) :
geconcentreerd, ingespannen
intens (bn) :
aandachtig

als synoniem van een ander trefwoord:

vurig (bn) :
hevig, wild, ijverig, intens, driftig, levendig, hartstochtelijk, dol, enthousiast, geestdriftig, gepassioneerd, temperamentvol, hitsig, innig, onstuimig, fervent, verlangend
hevig (bn) :
hard, zwaar, straf, sterk, intens, geweldig, scherp, fors, erg, heftig, razend, fel, ongenadig, gewelddadig, geducht, onstuimig, vinnig, virulent
erg (bn) :
behoorlijk, nogal, hevig, zwaar, zeer, intens, veel, onwijs, enorm, vreselijk, bijster, verregaand, schromelijk, danig, flinkheel
groot (bn) :
machtig, belangrijk, goed, intens, groots, uitstekend, voortreffelijk, kapitaal, aanzienlijk
sterk (bn) :
flink, hard, hevig, zwaar, zeer, intens, veel, geweldig, fors, fel, aanzienlijk, fiks
geconcentreerd (bn) :
nauwlettend, intens, oplettend, verdiept, nauw, aandachtig, attent, ingespannen
diep (bn) :
oprecht, hevig, sterk, vast, intens, volkomen, welgemeend, innig, doorvoeld
hartstochtelijk (bn) :
bezeten, hevig, fanatiek, intens, driftig, gedreven, enthousiast, fervent
vinnig (bn) :
hard, gemeen, hevig, streng, intens, scherp, bitter, fel, snijdend, geducht
scherp (bn) :
hevig, intens, heftig

woordverbanden van ‘intens’ grafisch weergegeven

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0036 c