machtig

als woordenboektrefwoord:

machtig:
bn. bw. (-er, -st), krachtig ; groot; moeilijk te verteren.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

machtig (bn) :
reusachtig, fantastisch, geweldig, fijn, heerlijk, enorm, imposant, indrukwekkend, briljant, kolossaal
machtig (bn) :
invloedrijk, vermogend, potent, puissant, veelvermogend, beheersend
machtig (bn) :
voedzaam, zwaar, moeilijk
machtig (bn) :
sterk, krachtig, luid
machtig (bw) :
buitengewoon, zeer

als synoniem van een ander trefwoord:

geweldig (bn) :
eindeloos, verdraaid, buitengewoon, verschrikkelijk, reuze, machtig, reusachtig, gruwelijk, fantastisch, daverend, enorm, razend, sensationeel, prachtig, formidabel, subliem, mieters, denderend, magnifiek, excellent, kolossaal, fameus, verduiveld
indrukwekkend (bn) :
overweldigend, machtig, respectabel, groots, trots, massaal, imposant, ontroerend, imponerend, aangrijpend, monumentaal, statig, prestigieus, ontzagwekkend, majestueus, ontzaglijk, impressief, majestatisch
uniek (bn) :
eindeloos, buitengewoon, reuze, machtig, reusachtig, ongekend, fantastisch, enorm, sensationeel, uitzonderlijk, prachtig, formidabel, mieters, kolossaal, fameus, onvergelijkelijk
kolossaal (bn) :
flink, buitengewoon, machtig, verbazend, fantastisch, royaal, groots, geweldig, indrukwekkend, donders, geducht, verduiveld, ontzaglijk
krachtig (bn) :
hard, gespierd, flink, machtig, straf, sterk, energiek, fors, levendig, doortastend, kras, robuust, potig, kloek, manmoedig, impressief
groot (bn) :
machtig, belangrijk, goed, intens, groots, uitstekend, voortreffelijk, kapitaal, aanzienlijk
invloedrijk (bn) :
gezaghebbend, machtig, toonaangevend, vermogend, prestigieus, veelvermogend
sterk (bn) :
gespierd, flink, machtig, krachtig, robuust, potig, pezig, forsig
vermogend (bn) :
invloedrijk, machtig, potent
trots (bn) :
machtig, indrukwekkend
zwaar (bn) :
machtig, voedzaam

woordverbanden van ‘machtig’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 392:

in Nederduitsche synonymen (1836), band 2, blz. 32:

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

machtig
hulpeloos, machteloos, nietig, onmachtig

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord
werkwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.002 c