vermoeden

als woordenboektrefwoord:

vermoeden:
(vermoedde, vermoed), gissen, menen.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

vermoeden (zn) :
aanname, conjectuur, gissing, giswerk, hypothese, idee, onderstelling, presumptie, speculatie, veronderstelling, voorgevoel
vermoeden (ww) :
bevroeden, denken, geloven, gissen, menen, presumeren, veronderstellen, verwachten

als synoniem van een ander trefwoord:

veronderstellen (ww) :
aannemen, assumeren, gissen, imagineren, menen, raden, speculeren, supponeren, vermoeden, vooronderstellen, zich inbeelden, zich voorstellen
voorstellen (ww) :
imagineren, inbeelden, indenken, geloven, nagaan, postuleren, presumeren, toedenken, verbeelden, vermoeden, veronderstellen, wanen
verwachten (ww) :
aannemen, bevroeden, denken, rekenen op, vertrouwen op, hopen, rekening houden met, verhopen, vermoeden
menen (ww) :
achten, denken, geloven, oordelen, peinzen, van mening zijn, vermoeden, veronderstellen, vinden
geloven (ww) :
aannemen, achten, betrouwen, denken, menen, vermoeden, veronderstellen, vertrouwen, vinden
voorzien (ww) :
bevroeden, pronostikeren, vermoeden, verwachten, voorspellen, vooruitzien, weten
denken (ww) :
geloven, gissen, menen, vermoeden, veronderstellen, verwachten, vinden
gissen (ww) :
gokken, raden, ramen, schatten, vermoeden
aanzien (ww) :
vermoeden
gevoel (zn) :
emotie, ervaring, feeling, gevoeligheid, gewaarwording, idee, impressie, indruk, instinct, intuïtie, sensatie, vermoeden, voorgevoel
veronderstelling (zn) :
aanname, gedachte, gissing, hypothese, onderstelling, speculatie, vermoeden, vooronderstelling
argwaan (zn) :
achterdocht, verdenking, vermoeden, wantrouwen
verwachting (zn) :
hoop, vermoeden, voorspelling, vooruitzicht

woordverbanden van ‘vermoeden’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Iets met meer of minder zekerheid voor waar houden. Denken, dat soms in dezen zin gebruikt wordt, drukt dit begrip het sterkst uit, en sluit nagenoeg iederen twijfel bij den persoon buiten. Ik wist het wel niet zeker, maar ik dacht toch dat, het waar was. Bij achten en rekenen kan eenige twijfel bestaan, meenen en nog sterker vermoeden geven zulks uitdrukkelijk te kennen. Vermoeden geeft te kennen dat men gist zonder resultaat, meenen dat men eene onzekere gedachte uitspreekt. Ik acht het raadzaam u den weg te wijzen. Hij rekende mij onbekwaam. Wij konden niet vermoeden wat de reden zijner stijfheid was. Gelooven, in tegenoverstelling met weten, is synoniem met meenen, doch het kan ook beteekenen vast voor waar houden, maar dan alleen op het getuigenis van een ander, in wien men vertrouwen stelt: Geloof niet al wat men vertelt; terwijl men meenen gebruikt als het denkbeeld bij den persoon zelf ontstaan is: Meen niet dat gij alles weet. Wanen duidt altijd een valsch oordeel aan, dat aan hem, die het woord bezigt, als zoodanig bekend is. Men waande Napoleon op Elba onschadelijk te hebben gemaakt. Vermeenen wordt gebruikt als men op bescheiden wijze zijne meening wil uitdrukken: Ik vermeen dat het zoo behoort.

Zijne gedachten uiten omtrent den toestand of het bestaan van iets, waaromtrent men geene zekerheid heeft. Neemt men iets als zeker aan, dat men weet dat niet bewezen is, dan stelt men het als zeker en wil, van deze onderstelling uitgaande, verder door redeneering tot de waarheid trachten te komen. Bij vermoeden heeft men voor zijne onderstelling altoos eenige subjectieve zekerheid, bij raden dikwijls niet de allerminste. De beteekenis van gissen houdt tusschen die van vermoeden en raden het midden. Terwijl raden altijd eene uiting der gedachte betreft, kunnen veronderstellen, vermoeden en gissen ook eene niet uitgesproken gedachte betreffen. Wij ver moeden dat de zaak zóó loopen zal (wij maken dat b v. uit eene vroegere ervaring op). Wat raadt gij: even of oneven? De reden uwer komst meen ik te kunnen gissen (uwe omstandigheden kennende, kan ik vermoeden, wat u tot mij voert).

in Keur van Nederlandsche Synoniemen (1922):

Iets voor waarschijnlijk houden, hoewel men geen voldoende zekerheid heeft.

Neemt men iets als zeker aan, dat nog niet bewezen is, dan spreekt men van veronderstellen, meestal om er gevolgtrekkingen uit te maken. Daar ik veronderstel, dat hij eerlijk is, durf ik hem wel in mijn dienst nemen. Men veronderstelt, dat het licht een trilling van den aether is. Heeft men eenige zekerheid omtrent de waarheid, van wat men veronderstelt, dan spreekt men van vermoeden. De geleerden vermoeden, dat in den loop der lijden de bodem van ons land gedaald is; men heeft ten minste in Holland op vrij groote diepte hoornen gevonden, die alleen in drogen grond konden groeien.

Gissen drukt uit, dat men uit de vele veronderstellingen de waarschijnlijkste kiest. Het bevreemdt mij wel, dat hij niet gekomen is; ik gis echter, dat hij plotseling ongesteld is geworden (d.i. ik heb er wel geen enkel bewijs voor, maar daar hij anders nooit wegblijft, zou ik die veronderstelling voor de waarschijnlijkste houden).

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 87:

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 127:

woorden met een verwante vorm:

bijwoord

zie ook:

bij andere sites:

in het Verwarwoordenboek van Jan Renkema:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0036 c