krijgen

als woordenboektrefwoord:

krijgen:
(kreeg, gekregen), verwerven ; nemen, halen.
krijgen:
(gekrijgd), oorlog voeren.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

krijgen (ww) :
behalen, bekomen, cadeau krijgen, in ontvangst nemen, nemen, ontvangen, opdoen, oplopen, verkrijgen, verwerven
krijgen (ww) :
beuren, binnenkrijgen, incasseren, opstrijken, vangen
krijgen (ww) :
lijden

als synoniem van een ander trefwoord:

halen (ww) :
behalen, bemachtigen, bereiken, bolwerken, erin slagen, klaarspelen, klaren, komen aan, komen tot, krijgen, lappen, presteren, rooien, scoren, verkrijgen, versieren, verwerven, voor elkaar krijgen
ontvangen (ww) :
aannemen, bekomen, beuren, binnenkrijgen, capteren, genieten, in ontvangst nemen, incasseren, innen, krijgen, overnemen, percipiëren, toucheren, trekken, verkrijgen, verwerven, winnen
verkrijgen (ww) :
aankopen, aanschaffen, bekomen, bemachtigen, betrekken, inkopen, kopen, krijgen, verwerven, winnen, zich verschaffen
opdoen (ww) :
behalen, grijpen, innemen, krijgen, meekrijgen, op de kop tikken, oplopen, oppikken, vatten, verkrijgen, verwerven
verwerven (ww) :
behalen, bekomen, binnenhalen, halen, krijgen, ontvangen, oogsten, opdoen, scoren, verdienen, verkrijgen, winnen
bemachtigen (ww) :
gappen, in beslag nemen, in de wacht slepen, kopen, krijgen, opstrijken, vangen, zich meester maken van
lijden (ww) :
beleven, doorleven, ervaren, gevoelen, gewaarworden, hebben, krijgen, meemaken, ontmoeten
oplopen (ww) :
krijgen, opdoen, te pakken krijgen, vatten
bekomen (ww) :
krijgen, ontvangen, verkrijgen, verwerven
overnemen (ww) :
bekomen, krijgen, verkrijgen, verwerven
vangen (ww) :
beuren, krijgen, overhouden, verdienen
incasseren (ww) :
innen, invorderen, krijgen, ontvangen
opstrijken (ww) :
bemachtigen, beuren, innen, krijgen
toucheren (ww) :
krijgen, ontvangen, opstrijken
trekken (ww) :
betrekken, krijgen, ontvangen
opdoen (ww) :
krijgen, oplopen
pakken (ww) :
krijgen, oplopen
beetkrijgen (ww) :
krijgen

woordverbanden van ‘krijgen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Iets dat door een ander gegeven wordt tot zich nemen. Aannemen veronderstelt dat men iets, dat door een ander aangeboden wordt, tot zich neemt met zijn bepaalden wil. Bij ontvangen en krijgen behoeft men zelf niet werkdadig te zijn, althans het denkbeeld van vrijwilligheid ontbreekt hierbij. Men ontvangt of krijgt eene wonde, heeft het geld ontvangen of gekregen, doch een geschenk neemt men aan. Het geld, dat voor het huis geboden werd, is door den verkooper aangenomen. Wil men bepaald uitdrukken, dat iets van den een op den ander is overgegaan en door dezen is aangenomen, hetzij om het te bezitten of om het ter bestemde plaatse te brengen, dan bezigt men overnemen. De eene neemt de goederen van den ander over. Wordt dit van gewoonten en eigenschappen gezegd, die men van iemand overneemt, dan neemt degene, van wien overgenomen wordt, geen deel aan de handeling.

in Keur van Nederlandsche Synoniemen (1922):

Bezitter van iets worden.

Bekomen, behalen en verwerven wijzen aan, dat men moeite doet, om in het bezit te geraken. Behalen geeft dit in sterker mate aan dan bekomen, terwijl verwerven nog grooter moeite (soms ook grooter eer) onderstelt dan behalen. Waar zijn deze waren te bekomen? Hij heeft daarmee veel roem behaald. Hij heeft eindelijk een voordeelige positie verworven. In de uitdrukking straf bekomen, onderstelt men dus, dat de schuldige alles deed, waardoor hij die straf heeft gekregen, al was natuurlijk die straf niet het doel van zijn handelen.

Krijgen en ontvangen geven te kennen, dat men ook zonder zijn toedoen of inspanning in het bezit van iets komt. De boomen krijgen bladeren; hij ontving een berisping. Ontvangen onderstelt, dat hetgeen men ontvangt, door iemand gegeven is en door ons (actief) wordt aangenomen: Ik heb het geld ontvangen. Bij krijgen daarentegen behoeft men niet altijd aan geven te denken, men kan hierbij ook meer passief zijn. Hij heeft de koorts gekregen. Uit de vergelijking der vier woorden volgt, dat krijgen het aangeduide begrip (bezitter van iets worden) op de meest algemeene wijze (d.i. zonder eenige nadere bepaling) aanduidt: het komt dan ook het meest in de dagelijksche spreektaal voor.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 263:

in Nederduitsche synonymen (1836), band 1, blz. 115:

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

krijgen
afgeven, afleveren, afstaan, bezorgen, bieden, geven, leveren, schenken, verstrekken, weggeven

woorden met een verwante vorm:

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0031 c